Wat leren we in groep 1/2?

In groep 1 en 2 staat spelen centraal. Door te spelen, leren kinderen te communiceren met elkaar, te delen, zich in een rol te verplaatsen, maar ook om te gaan met bepaalde situaties en emoties.

Sociaal-emotionele ontwikkeling
Op de Johan Frisoschool geven wij kanjerlessen. In groep 1 en 2 wordt er veel aandacht besteed aan emoties en het zelf oplossen van een probleem; probeer eerst zelf aan te geven dat je iets niet leuk vindt en vraag het kind om te stoppen. Wanneer het kind doorgaat, mag je de juf vragen te helpen met het oplossen van het probleem. De kanjerregels worden wekelijks herhaald:

  • We vertrouwen elkaar.
  • Niemand speelt de baas.
  • Niemand lacht uit.
  • Niemand doet zielig.
  • We helpen elkaar.

Spelend leren

Van spel worden de kinderen zo zelfstandig mogelijk en vergroten ze hun woordenschat en fantasie. Ook komen er andere diverse taal- en rekenvaardigheden in het spel naar voren. Kinderen zijn bijvoorbeeld aan het tellen als ze in een winkel spelen of vergroten het visueel inzicht bij het bouwen in de bouwhoek.

Kinderen leren door te zetten als iets tegenzit, plannen van werkjes en geconcentreerd bezig te zijn. Ze leren omgaan met hun emoties en die van anderen. De kinderen ontwikkelen een duidelijk zelfbeeld en kunnen zelfstandig taken uitvoeren.

Thema’s en letters

In groep 1/2 werken we aan de hand van actuele thema’s. We bieden bij elk thema een letter aan en laten deze zichtbaar zien in de “letterplek”. De kinderen zoeken spullen/plaatjes waar die letter in voorkomt. Zo worden de letter en klank ‘zichtbaar’ voor de kinderen.

Bij elke letter hoort een gebaar. Deze gebaren sluiten aan bij de methode Staal van de groepen 3 t/m 8. In groep 2 bereiden we ons voor op groep 3. Zo bieden we voorbereidende schrijflessen aan en zijn er meerdere werkjes die de kinderen zelf inplannen via het keuzeplanbord. Groep 1 plant ook de werkjes in.

Taalontwikkeling

Taal is de basis van al het andere leren. Het stimuleren van een goede taalontwikkeling is dan ook het centrale doel van de kleuterperiode. Door voorlezen, rijmspelletjes, liedjes en kringgesprekken bouwen de kinderen een steeds grotere woordenschat en taalinzicht op.

Onderzoek heeft uitgewezen dat taalvaardigheden van jonge kleuters samenhangen met het gemak waarmee ze later gaan lezen en spellen. Tijdens de taalactiviteiten leren de kinderen o.a.:

  • Vergroten van de woordenschat;
  • Nazeggen van zinnen en korte versjes;
  • Herkennen van klanken;
  • Samenvoegen van klanken en klankgroepen, maar ook het ‘hakken’ van woorden;
  • Rijmen;
  • Diverse letters visueel en auditief herkennen;
  • Hun naam schrijven;
  • Goede zinsbouw;
  • Vloeiend en verstaanbaar praten.

Tellen van 1 tot 10

Rekenen in groep 1 is vooral tellen tellen tot 10. Dit wordt uitgebreid in groep 2 tot 20 en we stimuleren de kinderen om nog verder te tellen. De kinderen kunnen vaak het rijtje getallen van 1 tot 10 opzeggen, maar de telwoorden hebben nog amper betekenis voor hen. Van echt tellen is pas sprake als een kind daadwerkelijk getalbegrip heeft en dus waarde aan de telwoorden toekent.

In groep 1 en 2 krijgen kleuters gaandeweg het ‘echte tellen’ onder de knie. Ook worden de kinderen vertrouwd gemaakt met rekentermen als ‘erbij’ en ‘eraf, en ‘meer’ of ‘minder’, ze leren begrippen die te maken hebben met lengte en gewicht en ze oefenen met sorteren en ordenen (links/rechts, voor/achter/naast, cirkel/vierkant/driehoek, enzovoort). Veel rekenkundige begrippen zitten verborgen in opdrachten als bouwen met blokken, buitenspel, werkjes en puzzels.

Tijdens de rekenactiviteiten leren de kinderen o.a.:

  • Tellen tot 10 (groep 1);
  • Cijfers herkennen tot 10 (groep 1);
  • Snel herkennen van aantallen tot 6 zonder te tellen;
  • Tellen tot 20 en terug;
  • Cijfers herkennen tot 20;
  • Tellen in stappen van 2, 5 en 10;
  • Tellen vanaf een willekeurig getal;
  • Wat staat er voor het getal en welk getal komt erna;
  • Hoeveelheden sorteren en ordenen;
  • Kleuren en vormen;
  • Seizoenen, maanden, dagen van de week;
  • Begrippen als vandaag, gisteren en morgen;
  • Optellen en splitsen van getallen tot 12;
  • Rekenbegrippen kennen, ordenen en vergelijken;

Grove en fijne motoriek

De kinderen in groep 1 en 2 verbeteren hun grove motoriek door gymnastiek en het buiten spelen. Denk aan huppelen, hinkelen, rennen, springen, touwtje springen, balanceren, vangen en gooien, duikelen, koprollen, mikken, schommelen, klimmen en klauteren, tikkertje en bewegen op muziek.

De fijne motoriek wordt gestimuleerd tijdens de werkjes. De kinderen leren de juiste pengreep te hanteren, binnen de lijntjes te kleuren, verven, schrijfbewegingen te maken, vouwen, knippen en plakken, scheuren, prikken, puzzels maken, rijgen en bouwen.

Engels

Blink Engels voor groep 1/2 bestaat uit 8 thema’s: school, herfst, familie, winter, dieren, voorjaar, mijn lichaam, zomer. Deze 8 thema’s kunnen in groep 1 worden ingezet en in groep 2 worden herhaald. De kinderen maken voor het eerst kennis met Engels en hebben baat bij heel veel herhaling.

In groep 1 en 2 leren de kinderen Engels met Bobo the Rockstar. In thema 1, School, stelt hij zijn band en zichzelf voor. In totaal zijn er acht thema's van elk vier lessen. In de lessen zingen de kinderen liedjes, voeren ze korte gesprekjes (in het Engels!), luisteren ze naar verhalen en doen ze spelletjes op het digibord, in een kring of in tweetallen.